Fair play
1. Respecteer je tegenstander
Toon respect voor je tegenstander, ongeacht het niveau van het spel of de uitkomst van de wedstrijd.
2. Respecteer de official en de regels
Accepteer de beslissingen van de official (scheidsrechter, interclubleider, wedstreidleider) en respecteer de regels van het spel, of het nu tennis of padel is.
3. Sportiviteit
Handel altijd in overeenstemming met de principes van fair play. Vermijd onsportief gedrag zoals schelden, vloeken, beledigen of het maken van denigrerende opmerkingen.
4. Veiligheid
Zorg voor de veiligheid van alle spelers op de baan, inclusief jezelf, je partner en je tegenstanders. Let vooral op bij het spelen van smash shots in de buurt van je tegenstanders.
5. Netheid
Houd de tennis- of padelbaan en de omgeving schoon en opgeruimd. Ruim gebruikte ballen en afval op en respecteer de faciliteiten.
6. Verantwoordelijkheid
Neem verantwoordelijkheid voor je eigen gedrag. Wees eerlijk, respectvol en sportief, zowel tijdens trainingen als wedstrijden.
7. Teamgeest
Toon sportiviteit door je tegenstander aan te moedigen en respect te tonen voor hun prestaties, ongeacht de uitkomst van de wedstrijd.
8. Eerlijkheid
Speel volgens de geest van het spel. Win met waardigheid en verlies met gratie.
9. Geen onsportief gedrag
Geen onsportief gedrag, zoals schreeuwen, vloeken, racket gooien of andere onsportieve acties.
10. Dopingvrij
Houd je aan de anti-dopingregels en gebruik geen verboden middelen.
Het naleven van deze fair play principes draagt bij aan een positieve en respectvolle tennis- en padelomgeving voor alle spelers.